Wij zijn trots op onze werkplaats, maar zeker op ons naaiatelier. Het is een lichte en open ruimte, de werkplekken zijn ruim opgezet en de naaimachines werken optimaal.
Afgelopen week stond een artikel in de krant waarin de schrijfster beschreef dat zij nog kleren heeft leren maken van haar moeder. Voor mijn moeder -en misschien wel alle vrouwen van haar generatie- was het leren maken en vermaken van kleding onderdeel van de opvoeding. Mijn generatie was een soort van overgangsfase, maar bij mijn dochter is het werken met een naaimachine toch echt wel gestopt. Ze heeft wel de interesse gehad en vond het leuk, maar er zijn zoveel andere leuke dingen om te doen en uiteindelijk is de naaimachine toch in de kast verdwenen.
Met mijn laatste bezoek aan mijn moeder, kreeg ik de naaimachine van mijn oma mee: wat een pareltje! En hoe trots ik ook op ons naaiatelier ben, hier kan niets aan tippen. Het antieke apparaat staat dan ook pontificaal achter bij mij op de kast. En hoe mooi is het dat mijn oma’s hulp in de huisvlijt nu dicht bij mij op mijn werkplek staat.